In de pers

Terug

Domweg gelukkig met Maria

Bron: Tubantia

AGELO - De fraaie smeedijzeren poort staat uitnodigend open. Zonnestralen vallen door het glas-in-loodraam aan de zijkant naar binnen en zetten het grote Mariabeeld in het licht. „Mooi hè”, zegt Ans Wilbers op fluister­toon om de welhaast sacrale sfeer in de nieuwe Mariakapel van Age­lo niet te verstoren. Waxinelicht­jes en grote noveenkaarsen bran­den deze prille dinsdagmorgen al volop. „Jan was er al om zeven uur vanmorgen om de kapel open te doen”, zegt ze, verwijzend naar haar man. Die knikt. „De uitge­brande waxinelichtjes vervang ik door nieuwe en ik doe wat er ver­der allemaal moet gebeuren.” Ans Wilbers houdt een bezem in haar handen; zij heeft deze ochtend het recent bestrate pleintje vóór de kapel netjes geveegd. Dat zal niet de laatste keer zijn deze week; want als de kapel vrijdag­avond officieel wordt ingewijd dan moet alles pico bello in orde zijn. En laat dat maar aan het Age­lose echtpaar over. Ze slapen er nog net niet, maar maar voor het overige zijn Ans (57) en Jan (60) Wilbers de laatste maanden elke dag in de nieuwe Mariakapel van Agelo - op een steenworp afstand van hun wo­ning aan de Kipboomweg - te vin­den. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. „Ja”, antwoorden ze na enige aarzeling desgevraagd, „de kapel is ons levenswerk ge­worden.” Ze willen het liever niet gezegd hebben; Jan en Ans Wil­bers zijn niet van die types die zichzelf op de borst kloppen. „En bovendien: we hebben het niet al­leen gedaan maar met de hele ge­meenschap.” Ze beslisten nooit alleen; legden bij elk ingrijpend besluit hun oor te luister in de gemeenschap.

„We deden”, zeggen ze enthou­siast, „nooit vergeefs een beroep op de buurtschap. Iedereen staat altijd klaar; één telefoontje en het wordt geregeld. Dat toont de ge­meenschapszin in Agelo, maar ook de betrokkenheid bij Maria.

Die was er altijd al wel maar resul­teerde nog niet eerder in een ka­pel.” Jan Wilbers wijst naar bui­ten: „We hadden voor de kapel een stuk grond nodig. Geen pro­bleem; de familie Lohuis stelt ons dat beschikbaar.”
Sinds vorige week is de Mariaka­pel open en kunnen belangstellen­den er terecht. Alsof de mensen erop hebben gewacht. „In het pink­sterweekeinde was het hier net een bedevaartsoord”, vertelt Jan Wilbers met plezier. „De hele dag door waren er mensen.” Om te kijken, te bidden, te bezinnen, te mediteren of gewoon even voor een rustmoment. Het opengesla­gen gastenboek naast Maria zegt genoeg. Vele bladzijden vol met tientallen reacties van bezoekers. ‘Zo maar even schuilen voor de regen. Even aanschuiven bij Maria. Kaarsjes aangestoken voor pap en mam; zij zijn er niet meer. Maar wat een mooi kapelletje’. Is ondertekend door Gerda uit Andijk.

Ans en Jan Wilbers hebben even plaatsgenomen op de eikenhou­ten bankjes in de kapel. Ze voelen zich er thuis, bij Maria. Alles in de kapel is vertrouwd. Een kruis­beeld aan de muur uit het ouder­lijk huis van Ans in Oldenzaal, nu Rossum. Het - gevulde - wijwater­bakje opgeduikeld op een rommel­markt en niet te vergeten de fraaie bidstoel voor Maria. „Uit de Snuffelhal.” Langs het plafond hangt een blauw koord. Van de klok in het torentje. Een ge­schenk zoals zoveel. Jan Wilbers pakt het koord in zijn handen en trekt eraan. Het karakteristieke ge­luid van de klok klept door de stil­le buurtschap. Een bijna gelukzali­ge glimlach trekt over het gezicht van de klokkenluider. Ja, hij en Ans zijn vanzelfspre­kend erg blij en trots op het uit­eindelijke resultaat dat vorm heeft gekregen op de hoek van de Weerselosestraat en de Kipboom­weg. „Wij zijn gewoonweg geluk­kig”,nuanceert Ans Wilbers. „Dat is precies wat wij voelen.” 

Maar dat hadden ze niet kunnen bevroeden toen ze vier jaar gele­den het initiatief namen om een Mariakapel te bouwen in Agelo. Dat idee kwam niet uit het niets. In hun neef Anton Wilbers, die in Noord Deurningen een Maria­kapel beheert, hadden ze een goed voorbeeld. Bovendien heb­ben Ans en Jan allebei ‘heel veel’ met Maria. „Dat hebben we bei­den van huis uit meegekregen. Het is een gevoel. Wij staken en steken nog altijd kaarsjes aan bij Maria als we hulp en steun nodig hebben. En we ervaren altijd dat het helpt.” Ja, Ans en Jan Wilbers willen wel toegeven dat zij gelo­vig zijn. En dat dit een rol speelt. „We komen vaak in de kerk, niet elke week. Het geloof zit bij ons van binnen. Goed zijn voor ande­re mensen. En vooral: het gaat niet om het geld.” Ans: „Ik heb mijn moeder op haar sterfbed nog kunnen vertellen, dat we een Mariakapel gingen bouwen. Dat vond ze heel mooi, helaas heeft ze de kapel niet meer gezien.”

Het ontwerp van de Mariakapel komt uit het hoofd van Jan Wil­bers. Hij wist vanaf het allereerste begin precies hoe de kapel eruit moest komen te zien. In een - in Agelo passende - Saksische stijl, met houten gebintwerk, oude bak­stenen, Bentheimer zandsteen rondom en oude pannen op het dak. Twee jaar geleden werd de fundering gelegd en op 1 februari van dit jaar werd het kant en kla­re gebintwerk op zijn plek gezet. Vanaf dat moment ging het snel.

Jan Wilbers tikt trots op de smeedijzeren toegangspoort. „He­lemaal massief en absoluut vandalismebestendig.” Niet dat hij daar echt bang voor is. „Maar je weet nooit.” Onwillekeurig overzien Ans en Jan Wilbers het interieur van de Mariakapel. Ze zien dat het goed is, er ontbreekt hoege­naamd niets meer. Ze knikken te­vreden: „Dat in het pinksterweek­einde alle kaarsjes brandden, is ons grootste compliment.”

Domweg gelukkig met Maria